Onder de titel “Creatieve ondernemers floreren in broedplaatsen” heeft het NOS-Journaal aandacht besteed aan een nieuw en sterk in opkomst zijnd fenomeen in het bedrijfsleven. Zo wordt gemeld dat alleen al in Amsterdam zeventig “broedplaatsen” zijn, waarin bedrijfjes van allerlei disciplines in één pand met elkaar samenwerken. De gedachte kwam bij mij op dat dit neigt in de richting van associaties, zoals door Rudolf Steiner is beschreven in zijn driegeledingsliteratuur. Of heeft dit fenomeen daar niets mee van doen?
Imke Jelle van Dam, Zwolle
een antwoord
Het sterk groeiende fenomeen van de “broedplaatsen” zien we in heel Nederland ontstaan. Het is naar mijn mening het antwoord op de tendens tot kleinschalige individualisering én samenwerking in het economische leven.
Steeds meer voormalige werknemers wensen hun talenten, kennis en ervaring als ZZP’er (Zelf- standige Zonder Personeel) in te zetten en te bundelen met andere ZZP’ers. Door middel van de broedplaatsen worden deze wensen fysiek gefaciliteerd en zo ontstaan zeer flexibele en doelgerichte ondernemingen van samenwerkende zelfstandigen.
Ik zie in deze ontwikkeling het hoopvolle begin van een nieuwe economie, waarin samenwerking en broederschap de drijfveren zijn en waarin de oude hiërarchische machtsverhoudingen zijn afgeschaft. Een nieuwe economie met een menselijke maat, waarin niemand meer de ander kan “bezitten”, niet als aandeelhouder en niet als werkgever. Een nieuwe economie waarin de deelnemers gelijkwaardig zijn en zich in volledige vrijheid kunnen ontplooien.
Het is inderdaad een hoopvol begin op weg naar een associatieve economie zoals Rudolf Steiner die aangaf. Daartoe dienen ook de consumenten nog hun juiste rol te gaan spelen in nieuwe samenwer- kingsverbanden met producenten en handelaren.
Dat is nu nog niet het geval, maar daar zijn het ook broedplaatsen voor. Ik weet zeker dat er met genoeg warmte, liefde en bewustzijn iets prachtigs uit geboren kan worden.