Quantcast
Channel: de Aardespiegel» driegeleding | de Aardespiegel
Viewing all articles
Browse latest Browse all 3

Visie & Gesprek: Horizontale geld-circulatie en verticale waarde-circulatie

$
0
0

In de categorie ‘Visie en gesprek’ worden artikelen geplaatst waar de redactie inhoudelijk niet persé achter staat, maar die de redactie toch graag wil publiceren. Onder het artikel vindt u een redactioneel commentaar.

een geheel

Wanneer we de maatschappij als één geheel beschouwen, zonder geledingen, kunnen we nooit tot een goed begrip van de economie, waarde en geld komen. We moeten een onderscheid gaan maken tussen verschillende levensgebieden, zoals: het natuurlijk leven, het economisch leven, het rechtsleven en het culturele leven. Wat in het ene gebied gezond is en goed werkt, is in het andere gebied vaak ongezond en werkt dan negatief. Het economisch leven wordt begrensd door de natuur en door het rechtsleven. Mensen maken deel uit van alle levensgebieden.

de grens tussen het natuurlijk leven en het economisch leven

Het leven in het natuurlijk leven voltrekt zich zonder toedoen van mensen. Wij kunnen daarin wel regelend optreden, maar wij kunnen het leven niet scheppen. Een boom groeit tot boom zonder ons toedoen. Het leven in het economisch gebied kan zich juist niet zonder het toedoen van de mens voltrekken. Planken worden nooit een tafel, wanneer wij deze niet samenvoegen, oftewel wanneer wij niet handelend, vervaardigend optreden.

Wanneer wij in het economisch leven stoppen met handelen, komt het economisch leven niet tot leven. Wanneer wij niet handelen in het natuurlijk leven, leeft het natuurlijk leven gewoon verder. Zo zien we het boerenbedrijf op de grens tussen het natuurlijk en het economisch leven functioneren. Wanneer we het boerenbedrijf te veel economisch maken, door te veel in te grijpen in de natuur, ontstaat vervuiling en bio-industrie. Wanneer we te weinig economisch handelen binnen het boerenbedrijf, waardoor “te veel natuurlijk leven” de kans krijgt, dan ontstaat een verliesgevende situatie. De boer bewaakt het evenwicht tussen de natuur en de economie en is daarmee een soort grenswachter tussen het economisch levensgebied en het natuurlijk levensgebied.

Er bestaan nog meer grenswachten aan de kant van het economisch leven, die aan het natuurlijk leven grenst. Wanneer we delfstoffen uit de aarde winnen en/of afvalstoffen in het natuurlijk milieu lozen, wordt eveneens de grens tussen deze twee levensgebieden overschreden. Mensen en bedrijven die zich hiermee bezig houden hebben ook een functie als grenswacht tussen natuur en economie. Wanneer bij deze processen weinig rekening wordt gehouden met het leven op aarde kan veel milieuschade ontstaan.

de mens als verbindende factor

De mens is de schakel, die het natuurlijk leven met het economisch leven verbindt, door voedingsmiddelen te verbouwen en grondstoffen te winnen en die vervolgens te verhandelen en te bewerken. Geschiedkundig is de ruilhandel de vorm waarin een economisch leven voor het eerst optreedt. Het is de handel die het mogelijk heeft gemaakt dat veel later een industrialisatieproces kon optreden, waarmee het economisch leven pas werkelijk kracht heeft gekregen. Gedurende die tijd is het geld ontstaan en heeft dit geld steeds meer invloed gekregen op het economisch leven.

Oorspronkelijk is vanuit tempels het geld als goud ingevoerd in de samenleving. Later is dit goud vervangen door respectievelijk zilver, brons, ijzer, nikkel en papier. Inmiddels is bij het girale geld zelfs het papier verdwenen  en spreken we van plastic geld (betaalpasjes). Door het geld werd een ruilhandel over veel grotere afstand en tijd mogelijk en kreeg het economisch leven een belangrijke stimulans.

Het economisch leven bestaat uit “Het produceren, verhandelen en consumeren van goederen en diensten”. Wanneer we het hergebruik van grondstoffen hierbij betrekken, kunnen we een cyclisch proces herkennen dat bestaat uit de volgende stappen.

Productie — handel — consumptie — hergebruik — productie — handel enz.

Het geld vormt een tegenstroom in dit circulatieproces en kan dan koopgeld worden genoemd.

De kwaliteit die heerst in het natuurlijk leven kan gekarakteriseerd worden met groei en verval, met leven en dood. De kwaliteit van het economisch leven kan gekarakteriseerd worden met vervaardigen en verbruiken, met produceren en consumeren. Voedingsmiddelen en grondstoffen worden vanuit het natuurlijk leven het economisch leven binnen gebracht, terwijl organisch afval en anorganisch afval, door verrotten, corrosie en slijtage, vanuit het economisch leven terugvallen in het natuurlijk leven.

het economisch leven nader bekeken

Bij nauwkeurige bestudering van het economisch leven, kunnen we in de geproduceerde — verhandelde — geconsumeerde goederen twee belangrijke soorten van elkaar onderscheiden. Aan de ene kant voedingsmiddelen en grondstoffen, die hun waarde ontlenen aan het feit, dat ze geconsumeerd of verbruikt kunnen worden. Ze worden meer waardevol, naarmate ze meer geschikt zijn voor consumptie of verbruik. Een klaargemaakte maaltijd is meer waard dan een kilo ongedopte erwten. Een plaat staal is meer waard dan een berg ijzererts. Een belangrijk stuk van economische arbeid bestaat dan ook uit het steeds meer consumptie- of verbruiksgeschikt maken van deze voedingsmiddelen en grondstoffen. Zodra ze niet meer voor consumptie geschikt zijn (bederfelijke waar) verliezen zij hun waarde. Aan de andere kant kennen we machines en investeringsgoederen die hun waarde ontlenen aan het feit dat ze niet geconsumeerd of fysiek verbruikt kunnen worden, maar dat ze kunnen worden ingezet bij het vervaardigen van andere producten. Het zijn meer gebruiksgoederen dan verbruiksgoederen. We kunnen ook het geld zien als gebruiksmiddel. In de groep van gebruiksgoederen is dat geld het minst aan slijtage of verbruik onderhevig en bevindt zich in het economisch leven qua aard dan ook polair tegenover de voedingsmiddelen, die daar het meest aan onderhevig zijn.

De bovengrens van het economisch leven wordt aangegeven door het geld (gezien als product), en de ondergrens door voedingsmiddelen.

Het geld kan daardoor een brugfunctie tussen het economisch leven en het rechtsleven vervullen. Dan verandert het van koopgeld in leengeld of contractgeld. Zolang het geld als koopgeld, als ruilmiddel, functioneert, maakt het nog deel uit van het economisch leven. Zodra echter het geld wordt gespaard of uitgeleend, verandert het van aard en gaat het deel uitmaken van het rechtsleven.

Langzaam maar zeker kunnen we het economisch leven ons steeds helderder voor de geest halen, als processen die door mensen worden voltrokken. Vanaf de aarde worden grondstoffen en voedingsmiddelen het economisch leven binnen gevoerd. Economisch werken bestaat uit het omvormen van voedingsmiddelen en grondstoffen, zodanig dat hun waarde toeneemt doordat er betere mogelijkheden ontstaan voor verbruik en/of gebruik. Planken worden tafels, aardbeien worden ingeblikt of klaargemaakt. Gedurende dit omvormingsproces ontstaat afval, dat weer terugvalt aan de natuur en eventueel weer als grondstof kan worden gebruikt.

koopgeld

Bij elke transactie tussen verkoper en koper wordt de waarde vastgesteld en in geld betaald, dat noemen we koopgeld. Wanneer mensen uit vrije wil aan het economisch proces deelnemen en koop/verkoop-transacties uitvoeren, wordt ook bij handelstransacties waarde toegevoegd. In verlies- en winstrekeningen worden deze processen precies beschreven. Winst betekent daarbij dat er meer geproduceerd dan geconsumeerd of afgebroken wordt, verlies andersom. Een verlies- en winstrekening is dus een koopgeld-overzicht.

In het economische circulatieproces krijgt geld zijn waarde als koopgeld, doordat het als tegenwaarde van voedingsmiddelen, producten, diensten en investeringsgoederen wordt gebruikt. Tijdens de koop/verkoop wordt de intrinsieke waarde van goederen en diensten overgedragen op geld. Het geld gaat dus waarde dragen, terwijl de oorspronkelijke producten worden verbruikt of versleten. Daarna kan later deze geldwaarde met behulp van geld overgebracht worden in het rechtsgebied, als leengeld, of naar het culturele gebied, als schenkgeld.

leengeld

Omdat rechten en plichten van mensen duidelijk te onderscheiden zijn van de prestaties die economisch relevant zijn, is de grens tussen economisch leven en rechtsleven goed te onderscheiden. Het eigendomsrecht op een auto is bijvoorbeeld eenvoudig te onderscheiden van de auto op zich. Het is interessant dat deze grens tussen het economisch leven en het rechtsleven deels wordt beschreven in een balans, wanneer we tenminste de debiteuren en deelnemingen op de passiva kant van de balans plaatsen.

We zien zo het economisch leven geplaatst tussen twee velden, die elk hun invloed op dit economisch leven uitoefenen. De ondergrens van het economisch leven wordt gevormd door de overgang naar de natuur. Goederen worden waren, zodra ze de grens passeren en in het economisch leven worden opgenomen.

De bovengrens van het economisch leven wordt gevormd door de overgang naar het rechtsleven. Daar waar het rechtsleven zijn invloed uitoefent, ontstaan eigendomsrechten en ‘waarde-dragers’, zoals geld. Daar waar de mens zijn invloed op het economisch leven uitoefent, ontstaan arbeid, consumptie en productie.

Omgekeerd oefent het economisch leven op zijn beurt invloed uit op de aangrenzende gebieden:

- De invloed van het economisch leven op de natuur veroorzaakt afval en grondstoffen.

- De invloed op het rechtsleven veroorzaakt waarde en rechten en plichten zoals bijvoorbeeld bij leningen.

- De invloed op de mens tenslotte veroorzaakt vermoeidheid, zingeving en behoeftebevrediging.

Op dit punt is het goed om te wijzen op de inzichten en vaardigheden van mensen, die via de menselijke arbeid invloed uitoefenen op het economisch leven. Zonder inzichten en vaardigheden kunnen we niet actief worden in het economisch leven. Omgekeerd kunnen ervaringen in het economisch leven invloed uitoefenen op de inzichten en vaardigheden van een mens. We kunnen deze ontwikkeling van vaardigheden en inzichten apart bekijken en vinden dan het culturele leven.

Wanneer we nu vanuit de aarde gezien de verschillende levensgebieden in een schema neerzetten, kan daarin worden aangegeven dat in het economisch leven grondstoffen worden omgevormd tot waarde. Deze waarde kan via het rechtsleven worden bewaard en verplaatst. Via kredietverlening en ontsparing kan waarde weer teruggebracht worden in het economisch leven. Het is echter ook mogelijk dat waarde in het rechtsleven een omvormingsproces doormaakt van materiële waarden in relationele waarden. Het gaat dan om de waarde van menselijke relaties, in verwachtingen die we van elkaar hebben en het vertrouwen dat we in elkaar hebben. In relaties gaat het ook om zekerheden en risico’s.

de versnellingsspiraal

Als leengeld wordt gebruikt om te investeren in gebouwen, machines enz. die zowel gemaakt worden in het economisch leven, alsook weer ingezet worden in het economisch leven, treedt een versnelling op van het economisch leven. Die versnelling in het economisch leven heeft tot gevolg dat er meer winsten worden gemaakt. Die winsten worden weer afgevoerd, met behulp van geld, naar het rechtsleven, via rente, aflossing en winstuitkeringen. Daarmee wordt meer vermogen gevormd, dat weer geïnvesteerd wordt, waardoor het economisch leven verder versneld wordt. Zo ontstaat een spiraal, waarbij steeds meer waarde in het rechtsleven terecht komt en steeds meer investeringen in het economisch leven worden gedaan.

Door overschot aan vermogen in het rechtsleven kan zowel de handel in aandelen en andere vermogenstitels ontstaan, als ook het fenomeen dat steeds risicovoller geïnvesteerd zal worden. Met de handel in aandelen en vermogenstitels  ontstaat er een soort economisch leven in het rechtsleven. Deze contracten worden dan financiële producten genoemd en men maakt winst met de handel in die producten. De aard van de winst is echter totaal verschillend van de winst die in het economisch leven wordt gemaakt. Je zou het dan ook schijnwaarde kunnen noemen die daarbij ontstaat.

Door dit ontstaan van schijnwaarden en door het toenemende risicovolle investeren komt de waardevoorraad in het rechtsleven in een soort bubbeltoestand terecht. De waarden in het rechtsleven kunnen daarbij zeer snel toenemen, maar door een crisis vervolgens weer net zo snel verloren gaan. Zonder maatregelen zal hierdoor vanuit het rechtsleven crisis na crisis ontstaan. Eigenlijk is dus het te veel aan bubbel-waarden in het rechtsleven een maatschappelijk ziekmakend proces. De waarden kunnen niet terug naar het economisch leven, omdat ze daar inflatie veroorzaken. Ze kunnen ook niet in het rechtsleven blijven, omdat daar crises veroorzaken. Ze moeten dus als schenkgeld naar het culturele leven.

schenkgeld

De uiterste grens van risico nemen in het rechtsleven is het wegschenken van geld. Het risico van waardevermindering verandert dan in de zekerheid van waardevermindering. Schenkgeld vormt de basis van het culturele leven. De uiterste grens van risico vermijden, de ondergrens van het rechtsleven, is de relatie met een andere mens vermijden. Dit kunnen we doen door te kopen in plaats van het verstrekken van een lening. Dit uiterste brengt ons over de grens, in het economisch-leven, omdat we daarmee een activa bezitten in plaats van een vermogens-titel, zoals te zien is bij de balans.

De ontvanger van het schenkgeld kan zich met andere zaken bezighouden dan het verdienen van geld (economisch leven) en het terugbetalen van een lening of het onderhouden van een relatie (rechtsleven). Met behulp van het schenkgeld kan hij toch in zijn levensonderhoud voorzien. Via het kopen van eten en drinken brengt hij de waarde als tegenwaarde in de onderste regionen van het economisch leven. Via het betalen van huur brengt hij de waarde in het rechtsleven terug.

verticale waarde-circulatie

Geleidelijk hebben we nu een zogenaamde verticale waarde-circulatie beschreven. Het geld krijgt waarde in het economisch leven. Via het rechtsleven wordt door leningen en deelnames, die waarde verplaatst naar mensen met potentiële capaciteiten. Deze mensen krijgen zo de gelegenheid om hun capaciteiten toe te passen in het economisch leven met behulp van investeringen. Het te veel aan leengeld kan als schenkgeld zijn waarde verliezen. Met schenkgeld worden mogelijkheden van opleiding en ontwikkeling gecreëerd voor diegenen die het schenkgeld ontvangen. Deze laatste brengen het geld weer terug in het economisch leven door het kopen van voedingsmiddelen, producten en diensten, waarbij het als koopgeld nieuwe waarde opneemt in het economisch leven. Via deze weg vernieuwt de geldwaarde zich door actualisering in het economisch leven.

Voorzover bijvoorbeeld huur, rente en aflossing wordt betaald vloeit het geld terug in het rechtsleven, hetgeen feitelijk geen verjonging inhoudt maar een verplaatsing naar de eigenaren van vermogens. Daarmee wordt het te veel aan waarde in het rechtsleven niet geconsumeerd en blijft gewoon bestaan of wordt zelfs vermeerderd.

Een gezond maatschappelijk leven komt tot stand wanneer de waarde die geproduceerd wordt in het economisch leven uiteindelijk via consumptie, verplaatsing en schenkingen weer uit het economisch leven verdwijnt, waarbij het rechtsleven hulpmiddel is.

De hoeveelheid waarden die als koopgeld in het economisch leven functioneert, moet in verhouding blijven met de transacties die in het economisch leven worden afgesloten. Het gaat dan om een stromingsbegrip: geld/tijdseenheid.

Wanneer waarde onvoldoende wordt geconsumeerd, gaat het overschot aan waarde storend werken. In het economisch leven veroorzaakt ze dan bijvoorbeeld inflatie of slechte product-kwaliteit. In het rechtsleven veroorzaakt een overschot schuldenproblemen of zeer risicovolle en ethisch aanvechtbare leningen.

tot slot

Kerngedachte is dus, dat de wereld niet gezien moet worden als een grote soep, waarin zich afzonderlijke processen afspelen, maar dat er een zekere ordening bestaat, die in lagen en levensgebieden is opgebouwd. Het economisch leven vormt een bepaalde laag in deze ordening en is begrensd door andere lagen. Elke laag heeft zijn eigen wetmatigheden en dient afgeschermd te zijn van andere lagen. Geld is bij dit geheel de transporteur van waarden. Het geld haalt de waarden op in het economisch leven, als koopgeld, en transporteert de waarde naar het rechtsleven, als leengeld, en naar het culturele leven, als schenkgeld. De economisch wetenschap zou er meer op gericht moeten zijn om die geldstromen te onderzoeken en de gevolgen in kaart te brengen.


redactioneel commentaar

gestolde voorstellingen, vloeibare ideeën 

door Jac Hielema

botsende voorstellingen

Jan Saal begint zijn artikel met de bewering: “Wanneer we de maatschappij als één geheel beschouwen, zonder geledingen, kunnen we nooit tot een goed begrip van de economie, waarde en geld komen.” Daartegenover zou ik mijn artikel over dit onderwerp beginnen met de bewering: “Om tot een goed begrip van de economie, waarde en geld te komen, moeten we de wereldwijde samenleving, dat wil zeggen de hele aarde en alle mensen, als één zich van binnenuit ontwikkelend levend geheel beschouwen.”

Deze beweringen lijken diametraal tegenover elkaar te staan. Jan Saal lijkt te zeggen: “de maatschappij is geen geheel, maar bestaat uit geledingen.” Hij herkent er vijf: natuurlijk leven, economisch leven, rechtsleven, cultureel leven en geestesleven (zie de eerste afbeelding in zijn artikel). Ik zeg: “de maatschappij is één levend geheel.” En ik begrijp van Rudolf Steiner dat dit ‘maatschappelijke organisme’ niet uit vijf, maar uit drie geledingen bestaat: economisch leven, rechtsleven en geestesleven. Op grond van deze uitgangspunten botsten Jan Saal en ik tijdens een bijeenkomst van zogenoemde ‘driegeleders’, dat wil zeggen, mensen die zich geïnspireerd voelen door de maatschappelijke ideeën van Rudolf Steiner.* Mijn bewering baseer ik op een citaat van Rudolf Steiner uit de eerste voordracht van de cursus economie (GA340): “De hele aarde vormt, als economisch organisme gedacht, het maatschappelijke organisme.” Toen ik Jan Saal tijdens die bijeenkomst confronteerde met deze uitspraak van Rudolf Steiner, noemde hij die onzin.

Inmiddels heb ik Jan Saal mijn excuses aangeboden voor mijn prerationele (emotionele) reactie op zijn uitgangspunten. Inmiddels ben ik er ook achter gekomen dat er veel te zeggen valt voor de ideeën van Jan Saal over geld- en waardecirculatie ook al verschillen hij en ik van inzicht over de uitgangspunten. Geen van beiden willen we, zoals zoveel driegeleders voor ons, rollend over straat gaan. We willen niet ruziën over hoe Rudolf

Steiner het allemaal heeft bedoeld, laat staan dat we elkaar om de oren willen slaan met citaten van hem. Maar als we niet in een strijd om het grote gelijk ten onder willen gaan, moeten we onze verschillende uitgangspunten op de één of andere manier zien te overbruggen. Hoe? Hoe vormt de mens überhaupt ideeën en begrippen met betrekking tot sociaal-economische vraagstukken? En: hoe beoordeelt hij of de door hem ontwikkelde begrippen en ideeën vruchtbaar zijn? Immers Goethe schreef: “Alleen wat vruchtbaar is, is waar.” Naar aanleiding van mijn botsing met Jan Saal ben ik op zoek gegaan naar de kentheoretische grondslagen van sociaal-economische vraagstukken.

meetkundige voorstellingen

Was het maar zo eenvoudig als met meetkundige voorstellingen. Die kunnen we namelijk bewijzen, dat wil zeggen meetkundig aanschouwelijk maken. Neem nu de stelling van Pythagoras. Die geeft het verband aan tussen de lengten van de zijden van een rechthoekige driehoek. In woorden luidt de stelling: de oppervlakten van de vierkanten met de rechthoekszijden als zijde zijn gelijk aan de oppervlakte van het vierkant met de hypotenusa (de schuine zijde, die tegenover de rechte hoek ligt) als zijde.

Getekend:

Noemen we de rechthoekszijden a en b en de hypotenusa c dan luidt de stelling in formule: a2 + b2 = c2

 

 

 

 

Iedereen is het erover eens dat de stelling van Pythagoras waar is. Waarom? Omdat die te bewijzen is. Dit is één van de ruim driehonderd bewijzen van de stelling van Pythagoras:

Toelichting bij dit bewijs: beide vierkanten met zijde a + b zijn even groot. Het linker vierkant is samengesteld uit de vierkanten a2 en b2 en de vier driehoeken abc; het rechter vierkant uit het vierkant c2 en de vier driehoeken abc. Trekken we nu van de beide vierkanten a + b de vier driehoeken abc af, dan houden we links de vierkanten a2 en b2 over en rechts het vierkant c2. Hieruit volgt dat a2 + b2 = c2.

Niemand botst meer over de waarheid van de stelling van Pythagoras, omdat die al lang geleden is bewezen. Kunnen we het op dezelfde manier eens worden over voorstellingen met betrekking tot sociaal-economische vraagstukken?

ideeën met betrekking tot sociaal-economische vraagstukken

Bij begrippen en ideeën met betrekking tot sociaal-economische vraagstukken is het beduidend moeilijker om aanschouwelijk te maken of ze waar zijn of niet, of ze vruchtbaar zijn of niet. Neem de idee van de driegeleding van het maatschappelijk leven. Die zegt iets over de betrekkingen tussen mensen. In woorden luidt de idee: de menselijke samenleving bestaat uit de drie geledingen economisch-, rechts- en cultureel leven. Kunnen we dit idee net zo bewijzen als de stelling van Pythagoras? Dat kunnen we niet. Waarom niet? Omdat de mens als kennend subject deel uitmaakt van het te kennen object.

Ik bedoel: de meetkunde bestudeert de betrekkingen tussen punten, lijnen en vlakken in de ruimte. Aan de hand van de stelling van Pythagoras heb ik laten zien dat meetkundige stellingen meetkundig bewezen kunnen worden door ze meetkundig aanschouwelijk te maken. Waarom kan ik dit? Omdat ik als kennend subject zelf geen onderdeel uitmaak van het te kennen object. Ik ben geen punten, lijnen en/of vlakken in de ruimte.

Überhaupt is de wetenschappelijke methode van de anorganische (de dode) natuur de zogenoemde bewijzende methode. In de anorganische natuur kan ik deze methode toepassen, omdat ik er zelf geen deel van uitmaak.

Voor zover ik een complex van anorganische fysische en chemische processen ben, maak ik natuurlijk wel deel uit van die anorganische natuur. Maar ik ben ook een levend wezen. Ik heb bovendien een innerlijk leven. Ik ben zelfs in staat om mezelf van binnenuit, dat wil zeggen: zelfbewust om te vormen, te ontwikkelen. Kort gezegd ben ik een levend mezelf van binnenuit ontwikkelend wezen.

De voorstelling van de driegelede samenleving heeft betrekking op de sociale werkelijkheid, dat is de werkelijkheid van de betrekkingen tussen mensen. Ik maak deel uit van die werkelijkheid. Omdat mensen levende en zichzelf van binnenuit ontwikkelende wezens zijn, is de sociale werkelijkheid ook een levend en zichzelf van binnenuit ontwikkelend geheel. Dus omdat ik als kennend subject deel uitmaak van het te kennen object, kan ik begrippen en ideeën met betrekking tot sociale vraagstukken niet uiterlijk aanschouwelijk maken om ze te bewijzen.

Wel kan ik ze voor mezelf innerlijk aanschouwelijk maken.

Stel dat ik toch uiterlijk aanschouwelijke voorstellingen van de sociale werkelijkheid maak, wat doe ik dan? Dan plaats ik mezelf als levend en zichzelf van binnenuit ontwikkelend wezen buiten de sociale werkelijkheid. En dat is nu precies wat de huidige sociaal-economische wetenschappen doen, zij plaatsen de mens als levende en zich ontwikkelende wezens buiten de sociale orde met als gevolg dat er steeds minder ruimte is voor de mens als levende en zichzelf ontwikkelend wezen.

Ook als driegeleders proberen hun driegeledingsideeën uiterlijk aanschouwelijk te maken, plaatsen ze zichzelf buiten de sociale werkelijkheid.

de levende en zich van binnenuit ontwikkelende methode

Je zou kunnen zeggen dat de huidige wereldwijde sociaal-economische wanorde is ontstaan door een denken dat legitiem is met betrekking tot de anorganische natuur ook toe te passen op de sociale werkelijkheid. Ik zou dit denken het mechanisch materialistische denken willen noemen, een denken dus dat alleen geschikt is om de anorganische natuur te leren kennen. Dit denken creëert de huidige mechanisch materialistische sociaal-economische orde, inclusief het huidige mechanisch materialistische geld- en bankwezen. De weg uit de crisis zou dan een denken moeten zijn dat een levende zich van binnenuit ontwikkelende sociaal-economische orde schept. Om vruchtbare ideeën te vormen met betrekking tot de sociale werkelijkheid, moet de mens dus een levende en zich van binnenuit ontwikkelende denkmethode ontwikkelen.

Hoe doe ik dat?

Het antwoord lijkt simpel: door op een organische manier het ene innerlijk aanschouwelijke begrip met betrekking tot de sociale werkelijkheid te ontwikkelen uit het andere innerlijk aanschouwelijke begrip. Zo vormt de mens ware sociale ideeën. Tegelijkertijd ontwikkelt de mens zo een wat Goethe noemde ‘aanschouwende oordeelskracht’. Door middel van die ‘aanschouwende oordeelskracht’ kan hij ware van onware sociale ideeën onderscheiden. Leeft de mens vruchtbare sociale ideeën, dan gaat er van hem een maatschappelijk ordenende en gezond makende werking uit; leeft hij onvruchtbare sociale ideeën dan gaat er een maatschappelijk vernietigende en ziekmakende werking van hem uit.

nogmaals de botsende voorstellingen

Stel dat Jan Saal en ik onze voorstellingen met betrekking tot sociaal-economische vraagstukken innerlijk aanschouwelijk zouden maken, dan worden ze beweeglijk en zijn we misschien in staat om begrip op te brengen voor elkaar. Innerlijk aanschouwelijke ideeën zijn levendige zichzelf voortdurend omvormende ideeën. Ze stromen. Ze zijn dus als het ware vloeibaar en stollen pas in concrete situaties onder concrete omstandigheden uit tot vaste voorstellingen. De oerplant van Goethe is zo’n vloeibare voortdurend van vorm veranderend idee, dat in concrete situaties in concrete planten werkt en tot verschijning komt. Stel dat alle mensen überhaupt begrip zouden opbrengen voor elkaars ideeën, stel dat ze met elkaar zouden overleggen over hoe ze het beste hun onderlinge betrekkingen kunnen regelen op grond van die vloeibare begrippen en ideeën, dan zou alle strijd om het eigen gelijk geleidelijk aan minder worden en dan zou blijken dat de verschillende ideeën en begrippen van verschillende mensen elkaar aanvullen en elkaar wederzijds ondersteunen en bevestigen.

Vooralsnog neemt Jan Saal een anorganisch standpunt in. Dit blijkt uit een zin als: “Het leven in het natuurlijk leven voltrekt zich zonder toedoen van mensen. Wij kunnen daarin wel regelend optreden, maar wij kunnen het leven niet scheppen. Een boom groeit tot boom zonder ons toedoen.” Maar het gaat er niet om of de mens een boom kan scheppen of niet. Het gaat erom in te zien dat wij mensen met die boom ín de natuur zitten. Ook is “de mens” niet “de schakel, die het natuurlijk leven met het economisch leven verbindt”. De mens is juist verbonden met de natuur, één met de natuur, en door de natuur te misbruiken, wordt de verbinding verbroken en komt de mens tegenover de natuur te staan.

In een volgend nummer hoop ik te laten zien dat het maatschappelijke organisme driegeleed is en niet vijf-, zeven- of twaalfgeleed, omdat alle mensen en de hele aarde één levend en zich ontwikkelend geheel vormen.


Viewing all articles
Browse latest Browse all 3

Latest Images

Pangarap Quotes

Pangarap Quotes

Vimeo 10.7.0 by Vimeo.com, Inc.

Vimeo 10.7.0 by Vimeo.com, Inc.

HANGAD

HANGAD

MAKAKAALAM

MAKAKAALAM

Doodle Jump 3.11.30 by Lima Sky LLC

Doodle Jump 3.11.30 by Lima Sky LLC

Trending Articles


Ang Nobela sa “From Darna to ZsaZsa Zaturnnah: Desire and Fantasy, Essays on...


Lola Bunny para colorear


Dino Rey para colorear


Girasoles para colorear


Dibujos de animales para imprimir


Renos para colorear


Dromedario para colorear


Long Distance Relationship Tagalog Love Quotes


Love Quotes Tagalog


RE: Mutton Pies (mely)


Gwapo Quotes : Babaero Quotes


Kung Fu Panda para colorear


Libros para colorear


Mandalas de flores para colorear


Dibujos para colorear de perros


Toro para colorear


mayabang Quotes, Torpe Quotes, tanga Quotes


Tagalog God Quotes to inspire you


Buhay May Trabaho – Pumasok Quotes and Sayings


Mga Tala sa “Unang Siglo ng Nobela sa Filipinas” (2009) ni Virgilio S. Almario





Latest Images

Pangarap Quotes

Pangarap Quotes

Vimeo 10.7.0 by Vimeo.com, Inc.

Vimeo 10.7.0 by Vimeo.com, Inc.

HANGAD

HANGAD

MAKAKAALAM

MAKAKAALAM

Doodle Jump 3.11.30 by Lima Sky LLC

Doodle Jump 3.11.30 by Lima Sky LLC